Ruimtegebrek: wie vaak bouwplannen moet beoordelen krijgt de indruk dat
veel mensen maar het best in een elastieken huis gestopt zouden kunnen worden.
Ruimte: die is er kennelijk nooit genoeg.
Een jong stel koopt een fraai huisje in een aardige buurt, maar ontdekt
bij de eerste baby dat het toch wat krapjes is. De
zolder
of de
vliering
wordt in gebruik genomen. Dat betekent dat het huis opgesierd wordt met
dakramen.
Bij het tweede kind is de maat vol, of beter: die van het huis te klein.
Het jonge gezin
vertrekt en wordt opgevolgd door een stel in blijde verwachting. Na de plaatsing
van een misschien wat fors uitgevallen
dakkapel
(hoezo welstand?) gaat het weer even. Maar kort na de tweede kapel is het uitgedijde huis uiteindelijk toch weer te klein.
De volgende bewoners verbinden de dakkapellen tot een
dakuitbouw;
het huis kreunt.
Met als argument dat het huis er toch al niet meer uitziet en dat dit inmiddels
voor de hele straat geldt, bouwt daarna een alleenstaande vader voor
zijn pubers (en hun hobby's)
eigenhandig de
kap
helemaal uit tot een
zoldervervangende verdieping.
De afloop van dit verhaal durven we niet meer te vertellen.
Tekst: Jean Penders (10-2008). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders